navigatiebalkStevenskerkActueelStevenskerkStevenskerkStevenskerkStevenskerk
    < vorige | volgende | overzicht >

‘Koorbanken’

  Koorbank

Toen de Stevenskerk in 1475 tot kapittelkerk werd verheven, was het koor voortaan bestemd voor de kanunniken. Hier verrichtten zij hun voorgeschreven dagelijkse gebeden. Op het koor hebben dus zogenaamde kanunniken- of koorbanken gestaan. Deze werden in 1652 afgebroken. Het grootste deel van het hout is toen verkocht, maar volgens de gangbare theorie is een klein deel—enige achterpanelen en een hemel—bewaard gebleven en hergebruikt in het voormalige tochtportaal in de noorderzijbeuk. Toen bij de restauratie van 1948–1969 aan de buitenzijde een keuken werd aangelegd, is dit tochtportaal afgebroken en kwamen de betreffende panelen en overkapping weer vrij. De fragmenten werden aangevuld met een zitting en leuningen, en vormen de eikenhouten bank die nu de zuidzijde van het koor siert. De bank aan de noordzijde is hiervan in haar geheel een moderne kopie, en is blijkens de overkapping te dateren in 1968.

Geen van beide banken die thans de noord- en zuidmuren sieren, is dus helemaal origineel. Helaas is de reconstructie ook niet juist. Hoe elegant aangevuld ook, deze meubelstukken zouden in de praktijk onbruikbaar zijn geweest als koorbanken: ze hebben te lage armleuningen, de zitting kan niet worden opgeklapt (ook de ‘misericorde’ ontbreekt aan de onderkant van de zittingen), en een knielbank aan de voorzijde ontbreekt.

De fragmenten uit 1577 zijn dan ook niet naar het voorbeeld van echte koorbanken aangevuld, maar naar de monumentale bank in het oude stadhuis waarin vroeger de Nijmeegse schepenen zaten. Omdat de genoemde fragmenten in hun houtsnijwerk grote overeenkomst vertonen met deze zgn. ‘schepenbank’, wordt aangenomen dat ze van dezelfde maker zijn: de schrijnwerker Gaert van Dulcken (die in 1560 ook de ‘blok’ leverde). Helaas behoort de schepenbank tot de kunstschatten in het stadhuis die in september 1944 zijn verbrand. Nochtans is uit tekeningen en foto’s goed bekend hoe het meubel er uitzag.

Een andere theorie zegt dat de fragmenten uit 1577 niet afkomstig zijn van de authentieke koorbanken. Het zouden restanten zijn van houtsnijwerk dat in 1657 werd verwijderd uit de voorzaal van het stadhuis, en dat bestemd was voor “een portael in de Groote Kerck” (raadsbesluit 30 oktober 1657).