navigatiebalkStevenskerkActueelStevenskerkStevenskerkStevenskerkStevenskerk
    < vorige | volgende | overzicht >

Reliek van Albert de Grote

 Reliekschrijn

De filosoof, natuurwetenschapper en theoloog Albert de Grote (Albertus Magnus) stond in zijn tijd bekend als doctor universalis. Hij trad in 1223 in bij de dominicanen en behaalde rond 1245 in Parijs het doctoraat in de theologie. Al tijdens zijn leven was hij beroemd om zijn universele kennis en veelzijdige oeuvre. Na jarenlang in verschillende steden te hebben gedoceerd vestigde hij zich in 1270 definitief in Keulen, waar hij op 15 november 1280 overleed. Paus Pius XI verklaarde Albert in 1931 heilig (hij was sinds 1622 zalig) en verhief hem tevens tot kerkleraar. Hij ligt begraven in de Andreaskerk in Keulen.

Albert was niet alleen wetenschapper, maar bekleedde ook functies in zijn orde en in de kerk. Zo was hij enkele jaren provinciaal van de dominicanen, adviseerde hij de paus, en was hij in 1260 en 1261 bisschop van Regensburg.

Albertus Magnus 

In 1272 kwam Albert naar Nijmegen, waar hij op de dag voor Maria Geboorte, d.w.z. op 7 september, in naam van de Keulse aartsbisschop de nieuwbouw van de Stevenskerk wijdde (de stad lag destijds in het aartsbisdom Keulen). De oude Stevenskerk, die op het Kelfkensbos had gestaan, was afgebroken en een geheel nieuwe kerk was op de Hundisburg verrezen. Albert bepaalde bij de wijding dat voortaan ieder jaar op de zondag na Pinksteren (Trinitatis) een processie naar de begraafplaats rondom de voormalige kerk moest trekken, om te voorkomen dat de doden aldaar vergeten zouden worden.

In 1956 kregen de Nijmeegse dominicanen een relikwie van de heilige in hun bezit: een stuk rib (volgens sommigen: een vingerkootje). De plechtige overdracht vond plaats op zondag Trinitatis (27 mei 1956), in aanwezigheid van o.a. de Keulse burgemeester en dertig Keulse studenten. Edelsmid J. Meijers-Ruyten maakte een schrijn van brons en geslepen kristalglas. De relikwie werd hierin bewaard onder het altaar van het Albertinum, het Nijmeegse convent van de orde. Toen het Albertinum in 1995 de deuren sloot, kwam de relikwie in 25-jarig bruikleen naar de Stevenskerk. Zij wordt thans bewaard in de zogeheten ‘blok’, naast de Heilig-Grafkapel, aangrenzend aan het noordertransept.

Literatuur:
- Lambermond O.P., C.H., ‘Sint Albertus de Grote en Nijmegen’, Numaga 3 (1956), 72–75.
- Scheeben, H.C., Albertus Magnus, Bonn: Verlag der Buchgemeinde, 1932.
- Stehkämper, Hugo, Albertus Magnus. Ausstellung zum 700. Todestag, Köln: Historisches Archiv, 1980 [dit boek bevat o.a. een overzicht van relieken van Albertus, maar de Nijmeegse reliek wordt niet genoemd].

Op 6 oktober 1995 hield prof.mag.dr. Edward Schillebeeckx OP een rede ter gelegenheid van de overdracht van het reliekschrijn naar de Stevenskerk.