navigatiebalkStevenskerkActueelStevenskerkStevenskerkStevenskerkStevenskerk
    < vorige | volgende | overzicht >

De Heilig-Grafkapel en de ‘blok’

  Jozef van Arimatea Nicodemus

In de jaren 1565–1566 werd aan het noorderdwarsschip een lage rechthoekige kapel gebouwd die gewijd was aan het Heilig Graf, d.w.z. het graf van Christus (zie bouwfasen). De kapel werd versierd met wandschilderingen; deze zijn in Nijmegen de enig overgebleven voorbeelden van schilderkunst uit de Renaissance. In de nis is aan de westelijke zijwand Jozef van Arimatea te zien (foto rechts, met de spijkers), en aan de oostelijke wand Nicodemus (foto uiterst rechts, met de doornenkroon). Volgens Johannes 19:38–42 was Jozef van Arimatea in het geheim een leerling van Jezus geworden. Matteüs 27:57 meldt dat hij rijk was. Na de kruisiging vroeg hij Pilatus om het lichaam van Jezus, teneinde het te begraven. Bij het begraven van het lichaam werd hij geholpen door Nicodemus, dezelfde Farizeeër en “overste der Joden” aan wie Jezus eens had uitgelegd wat het betekent om “opnieuw geboren te worden”, en die het later voor Jezus opnam tegen de hogepriesters en Farizeeën (Johannes 3:1–21, resp. 7:45–52). De zuidzijde van de nis bevat fragmenten van een schildering van de vrouwen bij het graf (Lucas 24:10). Mogelijk stond hier ook een gebeeldhouwde graftombe.


Situatie:

Grafkapel

1. de ‘blok’
2. Laatste Oordeel
3. Jozef van Arimatea
4. vrouwen bij het graf
5. Nicodemus
    

Aan de westzijde van de kapel bevindt zich een fragmentarisch bewaard gebleven schildering van het Laatste Oordeel. Ook de noord- en oostmuur waren ooit beschilderd (noord: een vaas met bloemen). Boven de westelijke ingang zijn nog Christus en de slapende leerlingen in de hof van Getsemane te herkennen (Marcus 14:32–42), boven de oostelijke ingang het been van een niet nader te identificeren persoon.

De westmuur heeft een doorgang naar de zogeheten ‘blok’, de brand- en inbraakveilige ruimte waar de stad Nijmegen haar kostbare archiefstukken bewaarde, zoals de stadsprivilegiën en zegels. Deze ruimte wordt afgesloten met een deur die aan de binnenzijde met ijzer is beslagen, een werkstuk van Jan de Kystemeker uit 1566. Tot 1849 werden de kostbare documenten hier bewaard in een zware houten ladenkast (ook ‘blok’ geheten, een werkstuk van Gaert van Dulcken uit 1560) met vier dubbele hangsloten en tien verschillende sleutels. Dit meubel werd op 22 mei 1849 naar het stadhuis verplaatst, waar het bij de grote brand van september 1944 werd verwoest. Gelukkig bleven alle laden met inhoud en drie van de vier hangsloten gespaard, omdat die wegens bouwwerkzaamheden tijdelijk in de kapel op het Mariënburg waren opgeslagen. De ladenkast is gereconstrueerd en is nu te bewonderen in Museum Het Valkhof.

De ‘blok’ in de Stevenskerk kwam in 1849 ter beschikking van de Nederlandse Hervormde gemeente. Hij herbergt sinds 1995 een relikwie van Albert de Grote.

De Heilig-Grafkapel had oorspronkelijk twee ingangen: aan beide zijden van de nis één. Na de overgang van de kerk in protestantse handen werden beide ingangen tot boekenkasten verbouwd, waarin lange tijd het archief van de Nederlandse Hervormde gemeente bewaard zou worden. Vervolgens construeerde men een nieuwe toegang door tussen de beide nieuwe boekenkasten de wand van de nis door te breken. Bij die operatie ging een groot deel van de schildering verloren. Bij de 20e-eeuwse restauratie is de oorspronkelijke situatie van 1565–1566 hersteld. De schildering in de nis is, voorzover mogelijk, gereconstrueerd.

Van 1996 t/m 2002 deed de kapel dienst als stilteruimte, een bestemming die nu is overgenomen door de stiltekapel in de zuidelijke kooromgang. Tot eind jaren ’90 speelde de kapel ook een rol in de liturgie van Goede Vrijdag.

De merkwaardige theorie van A. Delahaye dat er ooit een kluizenaar in de blok gewoond zou hebben, wordt niet door feiten ondersteund en moet naar het rijk der fabelen worden verwezen.

Literatuur:
- Heiden, H.G.M. de, ‘De Blok: Nijmegens oudste archiefbewaarplaats’, Numaga 25 (1978), 64–71.
- Willemsen, G.A.P.M., ‘De bewaarplaats van de privileges’, in: G.Th.M. Lemmens (ed.), Het Stadhuis van Nijmegen, Catalogi van het kunstbezit van de Gemeente Nijmegen 4, Nijmegen: Nijmeegs Museum Commanderie van St.-Jan, 1982, 98–100.