navigatiebalkStevenskerkActueelStevenskerkStevenskerkStevenskerkStevenskerk
    < vorige | volgende | overzicht >

Kroonluchters

 Kroonluchter

Al in zestiende-eeuwse bronnen worden kroonluchters in de Stevenskerk vermeld. De opvallende koperen kroonluchters die nu het interieur sieren, dateren echter uit het midden van de 17e eeuw (op twee 20e-eeuwse replica’s na). Besteld door het Nijmeegse stadsbestuur werden ze—als onvrijwillig geschenk—betaald door de plaatselijke gilden en ambten, gedeeltelijk door de nieuw toetredende gezellen. Hieraan herinneren nog de schildjes bovenaan de luchters, waarop symbolen van de gilden te zien zijn (brouwers, kramers, snijders enz…, zie detailfoto). Sommige gilden hadden meer dan tien jaar nodig om de aanzienlijke kosten af te betalen.

Schildje 

Anders dan in andere kerken wel gebeurde, werden de kroonluchters in de Stevenskerk nooit geëlektrificeerd. Er staan dus nog altijd echte kaarsen op. Bij bijzondere gelegenheden, zoals kerstavond, worden de kaarsen nog aangestoken.

In totaal hangen er veertien kroonluchters in de kerk: vier in het schip, drie in het koor, twee in elk van beide transepten, twee in de zuiderkapel en één in de noorderkapel. De vier kronen in het schip hebben elk 30 armen en een grote bol, alle overige hebben 16 armen en een kleine bol. De beide 20e-eeuwse replica’s bevinden zich te midden van de kleinere kroonluchters, en zijn er uiterlijk niet van te onderscheiden. Alle 14 kroonluchters zijn voorzien van drie identieke gildeplaatjes—van tien kronen zijn de schildjes waarschijnlijk authentiek. De gildeplaatjes van de vier grote kronen zijn iets meer uitgewerkt dan die van de tien kleinere kronen.

In zijn boek over de Stevenskerk schrijft Van Schevichaven nog over “de twaalf kronen”, waarvan er twee destijds geen schildjes hadden. Ook noemt hij afwijkende aantallen blakers; dat zou een vergissing kunnen zijn.

De gildeplaatjes

In de onderstaande tabel is voor iedere kroonluchter aangegeven welk gilde hem heeft bekostigd, en aan welk teken op het schildje het gilde te herkennen is (zie ook de foto’s van alle schildjes). Vier kroonluchters hebben pas bij de restauratie een schildje gekregen. Twee van deze vier kronen zijn 20e-eeuwse replica’s en zijn dus niet door een gilde betaald (dat ze desondanks een schildje kregen is verwarrend). De andere twee kronen zijn wel authentiek, maar hadden geen schildje: het is onbekend welk gilde ze heeft geschonken.

Plaats in de kerkBetaald doorSchildje
kooronzeker of niet authentiekkuipersdissel *
(oost → west)onzeker of niet authentiekanker met slang *
 onzeker of niet authentiekinitialen ‘IR’ *
schipkramersweegschaal en vijzel
(oost → west)schipperszeilschip
 snijders (=kleermakers)schaar
 brouwersdrafmand met twee drafschoppen
noordertranseptschoenmakersschoenmakersmes, rondmes en els
(noord → zuid)smedenhamer, tang en aambeeld
zuidertranseptbakkersduivekater, koekjes, ovenpaal, aar
(noord → zuid)been- en vleeshouwerskop van een rund
noorderkapelonzeker of niet authentiekpasser en blokschaaf *
zuiderkapeltimmerliedenhamer en nijptang
(oost → west)weversschietspoel met kroon

De schildjes die met een asterisk zijn gemarkeerd, zijn niet authentiek.

Literatuur:
- Dubbe, B., De Koperen en Tinnen ‘Ampts-Kannen’ van de Nijmeegse Gilden, Nijmegen: Nijmeegs Museum Commanderie van St. Jan, 1973 [blz. 8, 79n23].
- Schevichaven, H.D.J. van, De St. Stephenskerk te Nijmegen, Nijmegen: H. ten Hoet, 1900 [blz. 94–100].
- Schevichaven, H.D.J. van, ‘De Nijmeegsche ambten en gilden’, in: id., Sprokkelingen, Nijmegen: H. ten Hoet, 1925, 28–41.
- Schevichaven, H.D.J. van, ‘Naschrift. „De kroonen”’, in: id., Sprokkelingen, Nijmegen: H. ten Hoet, 1925, 247–248.