navigatiebalkStevenskerkActueelStevenskerkStevenskerkStevenskerkStevenskerk
    < vorige | volgende | overzicht >

Clerinxorgel

 Clerinxorgel

Boven de ingang van de noorderkapel staat sinds 1968 een orgel van de Belgische orgelmaker Arnold Clerinx (1816–1898), dat dateert uit 1848. Het werd gebouwd voor een kerk in Beverst (België). De kast, het mechaniek en de frontpijpen stammen van het originele instrument. De rest is aangevuld door orgelbouwer Verschueren uit Heythuysen, die het orgel in 1988 restaureerde. Opvallend zijn de engel met de gitaar en de beide vlampotten: deze versieringen verlevendigen het nogal sobere orgel enigszins.

Het instrument heeft twee manualen en een aangehangen pedaal. Het bezit in totaal elf stemmen, zoals blijkt uit de navolgende opgave van de dispositie:

Manuaal I
Prestant 8'
Roerfluit 8'
Prestant 4'
Octaaf 2'
Mixtuur 3 st.
Cornet D 3 st.
Trompet B/D 8'
  Manuaal II
Bourdon 8'
Fluit 4'
Nasard 2 2/3'
Sesquialter D 2 st.

Pedaal
Aangehangen aan hoofdwerk

De samenstelling van de vulstemmen:

Mixtuur
C: 1 2/3 1/2
c: 1 1/3 1 2/3
c1: 2 1 1/3 1
c2: 2 2/3 2 1 1/3
Cornet
cis1: 4 2 2/3 2
Sesquialter
cis1: 2 2/3 1 3/5  

Manuaalomvang: C–g3
Pedaalomvang: C–d1
Toonhoogte a1: 435 Hz
Temperatuur: evenredig zwevend
Windvoorziening: magazijnbalg
Winddruk: 65 mm

Literatuur:
- Dijk, P. van (red.), Het historische orgel in Nederland. Deel 6: 1840–1849, Amsterdam: Nationaal Instituut voor de Orgelkunst, 2002 [blz. 341–342].
- Kahmann, B., J. Langeveld & P.G. Molenaar, De orgels van de Stevenskerk te Nijmegen, Nijmegen: Nijmeegse Orgelkring, 1982.
- Lemmens, Michel, ‘Arnold Clerinx (1816–1898). Een ambachtelijk orgelmaker met een grote persoonlijkheid’, Het Orgel 94/6 (1998), 14–20.
- Seijbel, M., Koororgels in Nederland, Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1979 [blz. 52–55].
- Steemers, J., De orgels van de Stevenskerk te Nijmegen, Monografieën over de St. Stevenskerk 1, Nijmegen: Hervormde Stichting voor de Grote of St. Stevenskerk te Nijmegen, 2002 [blz. 31–33].