Herengestoelte

In het noordertransept bevindt zich de rijk versierde bank die in 1644 werd vervaardigd door Cornelis Hermansz. Schaeff (het jaartal is in het houtsnijwerk verborgen). Deze Nijmeegse schrijnwerker maakte ook het grote tochtportaal en het doophek. Het gestoelte was ontworpen door de Amsterdamse schrijnwerker Joost Jacobs, die ook de preekstoel heeft gemaakt. Het was bestemd voor het Nijmeegse stadsbestuur, d.w.z. de burgemeesters en leden van de raad. Daarom staat het meubel bekend als het ‘herengestoelte’ of de ‘herenbank’. Het Nijmeegse stadswapen is in het houtsnijwerk te zien. Bij de onderhandelingen die zouden leiden tot de Vrede van Nijmegen werd de hemel aan het gestoelte toegevoegd (1676). De onderbalken en de vloer zijn in 1994 gerestaureerd.

Oorspronkelijk stond het herengestoelte recht tegenover de preekstoel opgesteld, tegen de zuidwestelijke vieringspijler (de kansel stond toen immers nog tegen de Matteüspijler). Bij de restauratie van 1948–1969 verhuisde het naar het noordertransept.

De zuil waartegen het herengestoelte staat, is versierd met twee kleine kraagstenen: een vrouw en een duiveltje (Mariken van Nimwegen en Moenen?). Deze zijn te zien als u links om het herengestoelte heen loopt.

Foto’s links: detailopnames van het herengestoelte